In de bovenbouw moeten de leerlingen geleidelijk wennen aan het idee dat ze in het voortgezet onderwijs voortdurend met huiswerk worden geconfronteerd. Elk kind kan alle informatie die het in de klas krijgt op een rustige plek en tijdstip verwerken.
Doel van huiswerk is:
- Door oefenen verder brengen in de leerstof;
- Het kind mee verantwoordelijk maken voor zijn/haar eigen ontwikkeling;
- Het leren plannen van dingen die gedaan moeten worden voor een bepaalde tijd.
Algemene praktische uitwerking
- In fase 5/6/6+ kunnen de leerlingen woordjes mee naar huis krijgen om te oefenen met lezen;
- Vanaf groep 4 kunnen de kinderen huiswerk mee naar huis krijgen zoals het oefenen met de spellingwoordjes in het programma Bloon. En in groep 4 krijgen alle leerlingen een tafelboekje mee naar huis om de tafels te oefenen en te leren;
- In de groepen 5 t/m 8 kan het huiswerk uitgebreid worden met opdrachten zoals begrijpend lezen, spreekbeurten, boekbespreking en werkstukken maken;
- Vanaf groep 6 kan ook spelling worden meegegeven;
- Vanaf groep 6 worden eventuele proeftoetsen en samenvattingen mee naar huis gegeven om een repetitie te kunnen voorbereiden. Ditzelfde wordt gedaan met topografie en jaartallen;
- In de groepen 7 en 8 wordt er daarnaast twee tot vier keer per week ‘maakhuiswerk’ mee gegeven. Denk aan ontleden, stellen/schrijven, Engels, begrijpend lezen, rekenen, enz.;
- In de groepen 7 en 8 wordt er van alle kinderen verwacht een agenda te hebben. Het huiswerk wordt minimaal een week van tevoren op het bord en in de agenda via Parro gezet.
Individuele praktische uitwerking
- Leerlingen, die op basis van het LVS een behandelingsplan hebben en onder het gemiddelde niveau scoren kunnen in overleg met ouders ook huiswerk meekrijgen op het gebied van: lezen, spelling en rekenen;
- Leerlingen, die op school het werk niet afkrijgen, kunnen dit werk mee naar huis krijgen, met dien verstande dat het de volgende dag weer ingeleverd moet worden;
- Het geheel van de opdrachten moet wel hanteerbaar blijven voor de leerlingen.
Ondersteunende hulpmiddelen
- Kopieën van lesstof;
- Agenda;
- Leesboeken.